Pesto is favoriet bij veel kinderen én een leuke manier om meer te leren over eetbare planten. Gebruik wat groeit in je moestuin (zoals tuinkers of doorgeschoten rucola), maar kijk ook eens naar het ‘onkruid’ rondom de tuin. Hondsdraf, brandnetel en look-zonder-look zijn verrassend smaakvol — en gezond!
Wat heb je nodig voor 1 potje wilde pesto:
Pluk van de hondsdraf het hele steeltje met jonge blaadjes. Hou wat paarse bloemetjes achter voor garnering, kleur voegt ook veel toe aan je eten! Rooster de walnoten even in een droge pan tot ze heel licht gaan kleuren en laat ze afkoelen en hak ze klein. Was de hondsdraf, look zonder look en de brandnetel, dep ze droog en snij ze heel fijn, doe ze samen met de walnoten in een vijzel of doe ze zo in de keukenmachine met olie zodat ze goed kunnen mengen tot een smeuïg geheel. Voeg peper en zout naar smaak toe evenals een scheutje azijn.
Laat bladeren in je tuin liggen
In de herfst vallen de bladeren in je tuin, laat ze lekker liggen! Ze verteren en verdwijnen vanzelf. Dit zorgt voor een betere bodem, die minder snel uitdroogt. Ook de dieren profiteren hiervan!